Siri Ranva Hjelm Jacobsen – Eiland

 

Dit boek is een klein wonder. Aards en mystiek, poëtisch en stug. Een familiesaga in 185 pagina’s, pendelend in tijd en plaats tussen 1935-2010 en tussen Faeröer en Denemarken. Innerlijke conflicten en familieverhalen worden afgewisseld met ingehouden beschrijvingen, ‘evocaties’, van de geïsoleerde eilanden op de grens van Noordzee en Atlantische Oceaan.
Het lijkt te voldoen aan de aloude gedachte dat eilanden een speciaal gevoel oproepen; een van romantiek. Dat is waar, maar, zoals zo vaak, ook niet waar. In dit onsentimentele boek is weinig romantiek te bekennen. En toch is het een klein wonder van gevoeligheid.

Oudtante Anna’s huis was het hart van Tórshavn. Er middenin zat Anna zelf, half mythisch figuur, half bibliothecaresse, met haar spierwitte haar, haar mooie, zacht melkachtige huid en haar onuitputtelijke kennis over de geschiedenis van de eilanden. Ze kon vertellen over zeerovers die helemaal uit Algerije waren gekomen, uit Turkije en over de kleine, geelogige Kelten die waren meegebracht door de eerste Vikingen die zich hier vestigden. Bij oudtante Anna was het eenvoudig om een Tarantulakind te zijn.
Na de tunnel liep de weg omlaag langs de grasdaken van Bour, het blauw gekleurde strand en het uitzicht op Tindhólmur. Het eiland stak zijn getande drakenrug door de wolken heen omhoog. Ooit woonde er niemand. Het eiland was vervloekt, dacht men. Het mocht in alle rust eroderen. Nu stonden er volgens mij een paar zomerhuisjes.

Citaat pagina 88-89, vertaler Kor de Vries

John Harstad – Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?

Maria Dermoût – De tienduizend dingen

Jannie Regnerus – Het wolkenpaviljoen

Peter Mays – I’ll keep you safe

Leo Willemse

 

Plaats een reactie