Dörte Hansen – Naar zee

 

Het fictieve Duitse Waddeneiland in deze roman en zijn oude bewoners zijn gevormd door de zeevaart, maar staat nu vol nieuwbouw voor toeristen. Dit is het verhaal van de oude eilandfamilie Sander. Eeuwenlang gingen de mannen naar zee en verzorgden de vrouwen in eenzaamheid het huis en de kinderen. Dat oude leven verdwijnt en de familie kraakt onder het gemis. Het nieuwe leven is drank, verdriet en werken voor toeristen. Hansen schrijft met mededogen over deze mensen en hun harde leven. De stijl is kort en krachtig, zonder dialogen, alsof overbodige woorden weggewaaid zijn. Naar zee is een prachtige ode aan de eilanders en de zee, die het eiland een dode walvis geeft. Daardoor verandert alles.

Het seizoen was beter dan verwacht en ze denken niet meer met weemoed terug aan hun vissersleven. Ze handelen nu in zeepbellen, zoals de meesten op het eiland. Het is een schone business, vergeleken met het vissen of met het doden, villen en koken van een walvis. En toch houden sommigen het niet uit. Op alle eilanden is er iemand die zich schaamt voor vissershemden en de kussens met de walvissen en de ankers in de havenwinkels. Die de waarachtigheid mist en die toeristenauto’s de kant in duwt.
En die zich moet afvragen van wie deze eilanden eigenlijk zijn en waar het waarachtige dan te vinden is. Wie kun je geloven?

Citaat pagina 268, vertaler Lucienne Pruijs

Iets soortgelijks?

Dörte Hansen – Middaguur
Mathijs Deen – De Wadden
Gerrit Jan Zwier – Mijn Wadden

Koos Bronts

Plaats een reactie